Voeding is een belangrijke basis voor de gezondheid. In de natuurgeneeskunde wordt daarom altijd veel aandacht aan voeding besteed. Wij houden hierbij rekening met de behoeften van het dier vanuit zijn natuur. Hierbij kijken wij naar hoe de dieren van nature leefden en wat zij in het wild aten. Daarnaast kan de anatomie en fysiologie ons veel vertellen over de voedingsbehoeften.
Er zijn vele soorten honden -en kattenvoer en ook veel verschillende meningen over wat nu goed voer is. Daarom geef ik graag meer uitleg over dit onderwerp.
Carnivoren
Honden en katten zijn carnivoren. Honden stammen af van de wolf en onze katten van hun wilde voorouders. Ondanks dat de meeste honden totaal niet meer op wolven lijken is het maagdarmstelsel en hun gebit nog steeds hetzelfde. In de natuur vingen hun voorgangers zelf een prooi en met het eten van organen, botten en spiervlees komen zij aan hun voedingsstoffen. Eiwit en vet zijn belangrijke voedingsbronnen voor carnivoren. Verder krijgen zij nog wat andere voor verteerde plantaardige voedingsstoffen binnen dat in de maag van hun prooi zat. Honden pikken daarnaast nog wel eens wat planten of groenten of vruchten mee, maar katten doen dit als obligate carnivoren nauwelijks
Toch zijn er veel brokken te koop met een grote hoeveelheid aan granen, maïs, etc. De koolhydraten die je hierin vindt zijn moeilijk te verteren voor honden en katten, omdat het enzym amylase hiervoor nodig is. Honden hebben een geringe hoeveelheid amylase in hun speeksel, zodat zij de maaginhoud van hun prooien kunnen verteren. Katten hebben dit enzym niet.
Doordat het zo moeilijk te verteren is voor onze carnivoren zorgt dit voor extra belasting van de spijsverteringsorganen en extra afvalstoffen in het lichaam. Dit kan op korte of lange termijn zorgen voor veel gezondheidsklachten, zoals: spijsverteringsklachten, huidklachten, overvolle anaalklieren, oorontstekingen, onrust, overgewicht, alvleesklierproblemen, nierfalen en diabetes.
Vers vlees
Vers vlees is altijd mijn eerste keuze voor honden en katten. Hiermee bedoelen we rauw vlees. Omdat het rauw is blijven de voedingsstoffen het beste behouden. Ook kunnen de goede bacteriën en enzymen overleven, doordat het niet wordt verhit. Dit geeft veel voordelen voor de gezondheid en weerstand. Vlees bevat overigens veel vocht en door het bot dat erin zit heeft het een natuurlijke en goed opneembare calciumbron. Voor de vertering van rauw vlees en botten is een zuurder milieu nodig. Hier past de maag zich op aan. Door dit zuurdere milieu kunnen slechte bacteriën en parasieten moeilijke overleven, waardoor het ook nog eens de weerstand tegen wormbesmettingen verbetert. Alle vitaminen en mineralen die in het vlees zitten zijn in hun natuurlijke staat en daarom goed op te nemen door het lichaam.
Er zijn tegenwoordig vele soorten vers vlees voer op de markt. Er is KVV (kant en klaar vers vlees). Dit is gemalen vlees waarin bot, orgaan en spiervlees zit verwerkt en vaak in rollen of bakjes verpakt wordt. De verhoudingen tussen bot, orgaan en spiervlees zijn hierbij belangrijk. Een te hoog gehalte aan bot kan bijvoorbeeld voor harde ontlasting zorgen en een te hoog gehalte aan orgaanvlees kan juist voor slappe ontlasting zorgen. In goede merken KVV is deze verhouding goed uitgebalanceerd. Vers vlees kan als complete voeding worden gezien. Hierbij zijn wel een paar aandachtspunten. Er zijn merken waarbij elke verpakking (rol/bakje) compleet op zichzelf is door toevoeging van een vitamine -en mineralen preparaat en sommige merken zijn compleet doordat er meerdere diersoorten in zitten per verpakking. Daarnaast zijn er merken die compleet zijn door verschillende diersoorten af te wisselen. Je voert dan per vier weken ten minste vier diersoorten. Het afwisselen van diersoorten of gemixt vlees vind ik het best, omdat er geen synthetische voedingsstoffen aan toegevoegd hoeven te worden.
Wat ik wel eens hoor als tegenargument voor het voeren van vers vlees is dat brokken beter zouden zijn voor het gebit, omdat ze er meer op moeten kauwen. Honden en katten hebben echter geen maalgebit. Je ziet dit ook aan de tanden en kiezen. De puntige kiezen scharen langs elkaar. Hiermee kunnen zij stukken vlees in stukken knippen en vlees van de botten af schrapen. Om iets voor het gebit te doen, kan je daarom beter een bevleesd bot geven.
Ook is er een mogelijkheid om hele delen of karkassen te kopen en zelf de maaltijden samen te stellen, ook wel BARF genoemd (Bones and Raw Food). Het voordeel hiervan is dat de hond of kat meer moet kluiven. Dat is natuurlijk goed voor het gebit, maar het kluiven is ook kalmerend en het houdt hem bezig. Dit is ook prima te combineren met KVV.
Veel geziene voordelen bij het voeren van vers vlees:
- gezondere darmflora > betere weerstand
- minder verharen, gezondere huid en vacht
- minder vaak en veel poepen
- minder snel tandplak/tandsteen op het gebit, doordat het geen zetmeel/koolhydraten bevat
- minder snel groeipijnen bij pups
- minder hyperactief
Brok
Mocht het niet mogelijk zijn om rauw vlees te voeren of je voert echt liever een brok, dan raad ik aan om een graanvrije brok met een zo hoog mogelijk vleesgehalte en zo min mogelijk synthetische toevoegingen te kiezen. Ook synthetische vitaminetoevoegingen zijn belastend voor het lichaam en zorgen voor meer afvalstoffen. Daarnaast zijn deze vaak moeilijk op te nemen door het lichaam. Er komen steeds meer brokken op de markt waarbij rekening is gehouden met een zo natuurlijk mogelijk dieet voor dieren. Het nadeel van brokken blijft echter dat door het bereidingsproces voedingsstoffen verloren gaan en er geen levende enzymen en bacteriën meer overblijven. Daarom is het goed om bij brokken regelmatig voor wat pre -en probiotica te zorgen door middel van bijvoorbeeld een supplement.